Inloggen

Wachtwoord vergeten?

Materiaal

Licht in de duisternis: duiklampen

Er rijzen altijd vele vragen als het gaat om duiklampen, want de keuze is enorm. Wij gaan proberen je in dit eerste artikel een algemeen beeld te geven. In vervolgartikelen zullen we dieper op de specifieke lampen ingaan.

Waarom een duiklamp?

Een duiklamp heeft voor een duiker drie belangrijke functies:

  • Oriëntatie: het verlichten van de omgeving en je instrumenten. Je ziet ook stukken gemakkelijker waar je buddy zich bevindt, zeker in Nederlandse wateren.
  • Het terugbrengen van de kleuren op diepte, zodat het koraal en het leven onder water meer tot hun recht komen.
  • Communicatie: met je lamp kun je lichtsignalen geven om je buddy iets duidelijk te maken of om te vragen of alles OK is.

Hoewel deze laatste functie erg belangrijk is, wordt hier vaak geen rekening mee gehouden bij de aanschaf. Een redelijk strakke lichtbundel is wenselijk voor communicatie, terwijl voor het bijlichten van film- en foto-opnamen een brede lichtbundel juist weer beter is om spotvorming op het beeldmateriaal te voorkomen.

 

 

 

Primaire en back-uplampen

Duiklampen kun je in het algemeen onderverdelen in primaire en back-uplampen. Het verschil zit ‘m vaak in de lichtopbrengst en het formaat.

Je hebt in de meeste gevallen één primaire lamp. Ook vanwege de kosten die vaak vele malen hoger zijn dan van een back-uplamp. Veel primaire duiklampen zijn oplaadbaar en over het algemeen hebben ze een grote lichtopbrengst.

De primaire lampen kunnen weer onderverdeeld worden in handlampen en kabellampen. In het geval van een handlamp zit de accu in de lamp zelf en draag je al het gewicht in je hand. Bij kabellampen zit de accu in een zogenaamde cannister (accutank) die via een elektriciteitskabel van ongeveer een meter met de lamp zelf is verbonden. De accucannister wordt op de duikfles gemonteerd of aan de heupgordel gedragen. Het voordeel is dat je geen zware lamp in je hand hebt, maar alleen de lampkop en dus gemakkelijker kunt communiceren.

Tijdens kritieke duiken, dat wil zeggen duiken die zonder licht een stuk minder veilig zijn, neem je een back-uplamp mee. Je kunt hierbij denken aan nacht-, wrak- of zelfs grotduiken maar ook aan duiken met slecht zicht. Back-uplampen zijn kleiner dan primaire duiklampen. Ze zijn voorzien van ‘niet-oplaadbare’ batterijen omdat deze langer mee gaan en betrouwbaarder zijn. In sommige omgevingen, zoals de tropen, kun je ze ook prima gebruiken als primaire lamp.

Grootte

Het formaat van de lamp wordt veelal bepaald door het type accu (loodgel is bijvoorbeeld groter dan Nimh), lampkeuze (stroomverbruik) en grootte van de reflector. Het is altijd zoeken naar de balans tussen lichtopbrengst (dit wordt bepaald door de lichtbron), brandtijd (wordt bepaald door de batterij) en het formaat van het geheel.

De lichtbron

In duiklampen wordt gebruikgemaakt van verschillende lichtbronnen en de ontwikkelingen hierin staan niet stil. Zo waren vroeger de halogeen lampjes erg populair tot deze werden opgevolgd door de Xenonphot. Tegenwoordig winnen de HID en LED aan populariteit. Grote voordelen van de HID (high intensity discharge) en LED (light emitting diode) zijn hun relatief lage stroomverbruik en hoge lichtopbrengst. Deze lampen hebben geen filament (gloeidraad), waardoor ze ook stootvaster en meer bedrijfszeker zijn dan hun halogeen en Xenon broertjes. De LED staat een grootse toekomst te wachten, maar momenteel kunnen ze qua intensiteit voor een primaire lamp nog niet meekomen met de HID-lampen, maar dat zal op de lange termijn zeker veranderen.

Kleur van het licht

De kleur van het licht wordt ook bepaald door de lichtbron. Zo geeft halogeen een oranje/geelachtig licht en LED en HID meestal een blauw/wit licht. Dit heet de kleurtemperatuur van het licht en wordt in graden Kelvin weergegeven.

Water absorbeert licht zoals je weet. Dat merk je goed tijdens diepere duiken. De ene kleur wordt minder snel geabsorbeerd dan de andere. Dit geldt met name voor het spectrum van wit tot blauw (5000 tot 7000 Kelvin).

De kleurtemperatuur van een halogeen lamp is 3200 Kelvin en die van HID-lampen meestal tussen de 5000 en 7000 Kelvin (de kleurtemperatuur van daglicht is 5000-6000 Kelvin). De HID-lamp is dan ook beter geschikt voor onder water. Overigens vallen de meeste LED-lampen ook in dit bereik, maar qua intensiteit doen ze nog vaak onder voor de HID.

In het geval van fotografie en film heeft de camera een witbalansinstelling, wat inhoudt dat de camera een correctie uitvoert ten opzichte van het omgevingslicht (dus de kleurtemperatuur).

Reflector of lampspiegel

De reflector, die de lichtbundel naar voren reflecteert en de lichthoek bepaalt heeft een groot effect op de uiteindelijke lichtopbrengst.

Zo kan een 10 watt lamp met een perfecte reflector bijvoorbeeld wel twee keer zo veel licht opbrengen als dezelfde lamp met een kwalitatief mindere reflector.

Een reflector met een kleine lichthoek zal een verder lichtbereik hebben dan één met een brede hoek, wat dus ideaal is voor de communicatie onder water..

Veel van de tegenwoordig geproduceerde lampen hebben een lichtbundel die je kunt focussen. Je kunt de lichtbundel instellen tussen een brede lichtstraal (flood) en een strakke bundel (spot). De lamp is daardoor ook breder inzetbaar.

Batterijen en accu’s

Lampen moeten nu eenmaal ‘gevoed’ worden en die taak is weggelegd voor de batterij.

Batterijen kennen we onder andere in de volgende uitvoeringen met elk hun voor- en nadelen:

  • Alkaline: hoge capaciteit, maar niet oplaadbaar, dus kostbaar op lange termijn.
  • Lood en loodgel: goedkoop en robuust (meestal nog te gebruiken na een volloper), maar ook groot en zwaar
  • NiCad: relatief goedkoop en compact, geheugeneffect
  • NiMh: geen geheugeneffect, prijstechnisch interessant
  • Li-ion: hoge capaciteit in zeer klein formaat, maar kostbaar; kan exploderen bij aanraking met water.

Tegenwoordig zijn de NiMh-packs erg populair. De Li-ion staat wat betreft duiklampen nog een beetje in de kinderschoenen, omdat deze batterij kan exploderen als hij in aanraking met water komt.

Laders

Je kunt nog zo’n goede accu hebben, alles valt en staat met de lader en het laadproces. Laders zijn te koop in vele soorten en maten en uiteraard tegen verschillende prijzen. Belangrijk is dat je je bewust bent dat de lader medeverantwoordelijk is voor de capaciteit en levensduur van de batterij.

Duikers reizen graag, dus is het erg prettig als je de lader op zowel 110 volt als 230 volt (50 en 60 hz) kunt gebruiken.

In de komende maanden zullen meerdere artikelen over lampen volgen. In die artikelen zal Eddy van Vliet specifieker ingaan op bovenstaande informatie.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Velden met * zijn verplicht *

Nieuwsbrief