Inloggen

Wachtwoord vergeten?

Duiken

Het kreeftenseizoen is begonnen

Het is druk met fuiken, netten en kooien in het Zeeuwse water: het kreeftenseizoen is weer begonnen. Reden voor DuikeninBeeld om op onderzoek uit te gaan en een dag aan boord bij een kreeftenvisser te stappen.

Als duiker in Zeeland zal het je niet zijn ontgaan zijn: overal op het Grevelingenmeer en de Oosterschelde zie je boeitjes die fuiken of kooien markeren. Ook onder water kom je in de buurt van duikplaatsen soms een fuik of kreeftenkooi tegen. De ene duiker stoort zich eraan, de ander grijpt de kans aan om op zijn gemak een dier te bekijken.

Het is niet het hele jaar zo druk met fuiken. We varen mee met Gerrie van der Hoek, een Oosterscheldevisser in hart en nieren. Het vissen is van vader op zoon doorgegeven en in de familie zit niet alleen een enorme hoeveelheid kennis over al het leven in de Oosterschelde, maar ook over de geschiedenis en de ontwikkeling van de Zeeuwse wateren.

Vraagbaak

Terwijl we naar de eerste rij fuiken varen, vragen we de visser hoeveel fuiken er nu zijn. Het lijken er zo veel. En dat is ook zo! Er zijn 43 vergunningen afgegeven, ieder voor 180 eenheden. Niet alle vergunningen worden ook daadwerkelijk gebruikt en sommige zijn in handen van hobbyvissers, die in het weekend af en toe een aantal fuiken of kooien plaatsen. Er is dus geen sprake van de 7740 fuiken waarvoor een vergunning is verleend, maar nog altijd zijn het er veel. Dat vinden de beroepsvissers ook.

De eerste kooi wordt opgehaald.

We zijn dan ook benieuwd hoeveel kreeften we vandaag omhooghalen uit de kooien die enkele dagen geleden geplaatst zijn. Aangekomen bij de markeringsboei wordt deze aan boord gezet en wordt de lange lijn in een lier geplaatst. Meters lijn worden door de lier naar binnen gehaald, gevolgd door een verzwaringsblok. En dan verschijnt de eerste kooi. De twee gevangen kreeften hebben niet eens goed van hun laatste avondmaal kunnen genieten. De platvissen die als aas in de kooi zitten, zijn nauwelijks aangevreten. De kreeften worden aan boord gelegd en een naar binnen gekropen strandkrab en wulk worden weer overboord gezet. Er wordt nog een extra stuk aas in de kooi bevestigd, waarna de kooi achter in de boot wordt geplaatst. Tijd voor de tweede kooi.

In elke kooi zit een kreeft, de een nog groter dan de ander. Enkele kleine krabben hebben zich te goed gedaan aan het aas en mogen na het feestmaal weer overboord.

Goede vangst

Net als wij denken dat er behoorlijk wat kreeft gevangen wordt op deze manier, blijkt het tegendeel waar. Gerrie laat zien dat bijna de helft van de kreeften (en de grootste exemplaren!) vrouwtjes met eieren zijn. Deze mogen om het voortbestaan van de soort te verzekeren niet gevangen worden en worden dus direct terug in het water gezet. Deze dames mogen hun kroost beschermen en voor een heleboel nieuwe kreeften zorgen.
Dat is eigenlijk een continu proces, want de kreeftenvrouwtjes dragen bijna altijd eieren. Ze dragen ze onder hun lichaam bij zich en als eind juni de eieren uitkomen en de kreeftenlarven de vrije wereld in gaan, trekken de vrouwtjes zich terug in een hol om te verschalen. Zodra de schalen weer uitgehard zijn, gaan de dames nieuwe eieren dragen. Dankzij de nakomelingen zijn deze vrouwtjes dus altijd beschermd.

Kreeft met eieren.

Meten is weten

Ook niet alle mannetjes zijn automatisch een goede vangst. Het lichaam van de kreeft moet minimaal 84 mm lang zijn. Redt hij dat niet, dan is de kreeft te jong en moet deze de kans krijgen om verder te groeien. Een aantal van mannetjeskreeften wordt dus ook weer in het water gezet.

De kreeft wordt gemeten.

De kreeften die geen eieren dragen en de juiste minimumgrootte hebben, krijgen een elastiekje om de scharen, zodat ze elkaar niet kunnen verwonden, en worden onder het dek in een bak met vers Oosterscheldewater gezet.

De kreeft krijgt een elastiekje om de scharen.

Vervolgens worden de kooien een stukje verderop opnieuw in het water gezet. Om over enkele dagen weer geleegd worden.

Al met al moet er behoorlijk hard gewerkt worden door de vissers om enkele kreeften van het juiste formaat te vangen. De beroepsvissers zijn zich bewust van de noodzaak om het onderwaterleven in stand te houden.

De vraag van de dag

Natuurlijk laten we deze gelegenheid niet voorbijgaan zonder de belangrijkste vraag van duikers te stellen: hoe hard kunnen ze nou echt knijpen?
Ooit hoorde ik de mythe van het pvc-pijpje dat een kreeft zo door midden zou kunnen knijpen. Dat heeft deze visser nog niet getest, maar mijn hoop dat het allemaal onzin is, drukt hij snel de kop in. Ze kunnen heel hard knijpen. Zeker als ze je net met de punten van de scharen te pakken hebben. De duimnagel van zijn collega ziet er na anderhalf jaar nog steeds niet gezond uit. Als duikers kunnen we onze handen dus maar veilig bij ons houden – zoals het hoort.

 

2 reacties

  1. Wat een goed artikel, dit kijkje in de kooi. Ik wist dit allemaal niet. Vandaag op Tholen enorm veel duiken gezien, vaak met meerdere kreeften. Goed te weten dat er zorgvuldig en professioneel mee wordt omgegaan.

    REAGEREN
  2. Dank je wel Pauline! Ik was echt onder de indruk van hoe hard deze vissers moeten werken en van hoe zeer ze zich bewust zijn van de noodzaak om de natuur te beschermen en soorten in stand te houden. Niet alleen van de soorten waar ze op vissen, maar van het hele ecosysteem.

    REAGEREN

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Velden met * zijn verplicht *

Nieuwsbrief