Inloggen

Wachtwoord vergeten?

Natuur

Het Duiken Gebruiken

Het Duiken Gebruiken? Ja! Lekker duiken en intussen Stichting ANEMOON helpen om de mooie Nederlandse flora en fauna onder water in kaart te brengen. Luna van der Loos legt uit hoe.

Monitoring Project Onderwater Oever

In de Nederlandse onderwaterwereld vinden we heel veel verschillende soorten planten en dieren. Een grote biodiversiteit, noemen we dat. Daarom duiken we er zo graag. Toch weten we – zeker als we het vergelijken met dieren op het land of in de lucht – maar weinig over het voorkomen en de verspreiding van de soorten die in de zee leven. Er liggen nog een heleboel onbeantwoorde vragen. Welke plekken in onze zoute wateren zijn de hotspots van biodiversiteit? Welke soorten nemen af en welke nemen toe? Welke relaties zijn er tussen het voorkomen van de verschillende soorten? Door langdurige waarneming en registratie van soorten (“monitoring”) kunnen we deze vragen beantwoorden, en de verbanden en processen in het ecosysteem beter begrijpen. Gelukkig zijn er sportduikers, want het duiken laat zich prima combineren met monitoring.

In 1994 is Stichting ANEMOON het Monitoring Project Onderwater Oever (MOO) gestart. Bij dit project inventariseren sportduikers goed herkenbare planten en dieren onder water. Dat doen zij op vrijwillige basis. Het doel is om veranderingen in de mariene fauna en flora van de Nederlandse kustwateren vast te stellen en kennis op te bouwen over de relaties van de soorten met elkaar en hun omgeving. Inmiddels bestaat het MOO ruim 25 jaar en ter viering van dit jubileum zijn de gegevens uit de database geanalyseerd. In deze artikelreeks vertellen we meer over het MOO-project en over de meest interessante resultaten van de analyses.

Het duiken laat zich prima combineren met monitoring. Foto: Ron Offermans

Van losse waarneming tot database

Op het moment dat een duiker een snotolf ziet, is dat een losse waarneming. Als je vaker op dezelfde plek duikt, zou het kunnen opvallen dat je de snotolven vooral in een bepaald seizoen ziet. Of het valt je op dat ze op sommige plekken in de Oosterschelde meer zitten dan elders. Misschien, als je al jarenlang de Oosterschelde bezoekt, vermoed je dat je vroeger meer snotolven zag dan nu. Een losse waarneming geeft op zichzelf geen antwoord op de vraag of het aantal snotolven toe- of afneemt. Om dit soort vermoedens te kunnen onderzoeken, en om seizoen patronen en verspreidingskaarten te kunnen maken, zijn heel veel waarnemingen nodig. Met het MOO-project worden alle losse waarnemingen van duikers verzameld. Niet alleen van snotolven, maar van wel ruim 160 soorten. Samen vormen ze een database.

Naast de positieve waarnemingen (“ik heb een snotolf gezien”), zijn er ook negatieve waarnemingen (“ik weet zeker dat ik geen snotolf heb gezien”). Het monitoren van de afwezigheid van een soort met zogeheten “nul-waarnemingen” is net zo belangrijk als de aanwezigheid van soorten. Op dit moment telt de database van Stichting ANEMOON, inclusief deze nul-waarnemingen, bijna een miljoen registraties. Daar zit juist de kracht van de gegevens van Stichting ANEMOON: als we namelijk weten wanneer een soort wel én niet aanwezig is, kunnen we trends gaan zien. Dat wil zeggen: dan kunnen wetenschappers bepalen of een soort door de jaren heen in aantallen toeneemt, afneemt of stabiel blijft.

Neemt het aantal snotolven toe of af? Een losse waarneming geeft hier geen informatie over. Alle waarnemingen gecombineerd wel. (Foto: Marion Haarsma)

Het Duiken Gebruiken

De MOO-methode is heel simpel. Op het MOO-formulier staan soorten die standaard worden gemonitord. Duikers letten onder water op de soorten die op het formulier staan en vullen na de duik in of ze de soorten niet hebben gezien (de nul-waarneming) of wel hebben gezien. Voor elke soort die wel is gezien, wordt een aantalsklasse ingevuld: Zeldzaam (1-9 keer gezien), Algemeen (10-99 keer gezien) of Massaal (100 keer of meer gezien). Op het formulier staan meer dan 160 soorten maar deze hoef je niet allemaal te kennen om mee te doen. Als je niet op een soort hebt gelet, kun je gewoon een vraagteken invullen. Ook een formulier met maar een paar waarnemingen is bruikbaar, want elke waarneming telt! En heb je een soort gezien die niet standaard op het formulier staat? Ook deze kun je invullen onder het vakje “bijschrijfsoorten”. Zo maken we samen de lijst met soorten in de Nederlandse wateren compleet. Nadat het formulier digitaal of op papier is opgestuurd naar Stichting ANEMOON, worden de gegevens gevalideerd en uiteindelijk allemaal verzameld om te analyseren. De resultaten en conclusies worden gepubliceerd in een reeks rapporten met als titel: “Het Duiken Gebruiken”.

In Het Duiken Gebruiken wordt voor elke soort die op het MOO-formulier staat op drie thema’s verslag gedaan. Dat zijn:

  1. patronen over de jaren
  2. seizoen patronen
  3. verspreidingspatronen.

In de komende artikelenreeks zullen hier veel voorbeelden van voorbij komen.

Overzicht van de MOO-methode

De gegevens van het MOO-project maken veel interessante trends en patronen zichtbaar over het onderwaterleven in Zeeland. Deze beperken zich niet tot de aanwezige aantallen, maar geven ook informatie over de ecologie van de soorten – dus hoe ze zich tot elkaar en hun omgeving verhouden. Informatie over het onderwaterleven van Zeeland is voor niet-duikers onzichtbaar. Dit geldt ook vaak voor de mensen die verantwoordelijk zijn voor het nemen van belangrijke beslissingen. Dit gaat onder andere over de effecten van exoten en andere nieuwkomers op de inheemse flora en fauna en over de biodiversiteit van gebieden waartoe we verplicht zijn die te beschermen, zoals de Natura2000 gebieden. Door de informatie – letterlijk – bovenwater te halen, kunnen we aanwijzen waar het mis gaat én waar het goed gaat. Zo kunnen er dus de juiste beslissingen worden genomen als het gaat om de bescherming van de Zeeuwse Delta.

Meer weten?

Het rapport van Stichting ANEMOON ‘Het Duiken Gebruiken 4’ is gratis te downloaden via: www.anemoon.org/duikengebruiken 
In Bijlage 4 vind je voor meer dan 160 soorten de trendgrafieken en verspreidingskaartjes in Zeeland en het Nederlandse deel van de Noordzee.

Wil je meehelpen om dit soort gegevens zichtbaar te maken? Doe mee met MOO en log je duiken via www.moo.meetnetportaal.nl 
Elke waarneming telt!

Heb je vragen, stuur dan een e-mail naar anemoon@cistron.nl, kijk op www.anemoon.org of word lid van de Facebook-groep: ANEMOON MOO/LIMP/SMP

Tekst: Luna van der Loos

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Velden met * zijn verplicht *

Nieuwsbrief