Groothoek: elk landschap heeft karakteristieke elementen
Groothoekfoto’s geven een prachtig beeld van de omgeving. Makkelijk is het niet, leuk wel! Onderwaterfotograaf Ron Offermans geeft tips.
Zolang de mens over de wereld trekt, heeft hij geprobeerd de landschappen vast te leggen. In tekst, met de schilderskwast of met een fotocamera. Van dat vastgelegde beeld is meestal af te leiden waar de reiziger is geweest, omdat elke streek zijn eigen karakteristieke kenmerken heeft. Onder water is dat niet veel anders. Uit een overzicht van een tropisch rif, een kelpwoud of een rotsige boden met zeegras, kun je meestal wel herleiden waar de opnamen is gemaakt. Uiteraard hebben we het dan over een groothoekopname.
Voor een groothoekopname heb je goed zicht nodig. Helaas is dat in Nederland niet altijd aanwezig. Daarnaast wordt het licht, buiten de eerste paar meter, al heel snel diffuus en te zwak om zonder extra verlichting te fotograferen. De eerste paar meter zijn het domein van de wieren. Op zich een mooi gebied waar je zonder extra licht mooie sfeervolle groothoekopnamen kunt maken.
Als je dieper gaat, kom je onder de wierzone en heb je meestal extra licht nodig, maar zelfs de krachtigste flitsers reiken niet verder dan een paar meter. Vergezichten zullen in ons water zelden kunnen worden gemaakt. Daarom vallen de meeste in Nederland gemaakte groothoekopnamen onder de categorie Close Focus Wide Angle. Dat wil zeggen dat je met een groothoeklens een niet al te groot onderwerp op zeer korte afstand fotografeert. Doordat je een groothoeklens gebruikt en geen macrolens, komt er veel meer omgeving in beeld, die ook nog eens, in tegenstelling tot een foto met een macrolens, redelijk scherp wordt afgebeeld. De foto heeft veel perspectief zodat je de indruk krijgt van diepte.
Close Focus Wide Angle
Close Focus Wide Angle opnamen kunnen heel mooi zijn. Een kleurrijk object op de voorgrond en een door het gefilterde natuurlijke licht verlichte achtergrond hebben een mooie dieptewerking. Een voorwaarde is wel dat je goed de menglichttechniek beheerst. Met de menglichttechniek kun je de intensiteit tussen de met de flitser verlichte voorgrond en de met natuurlijk licht verlichte achtergrond ten opzichte van elkaar manipuleren.
Als de omstandigheden het toelaten, kan het ook fraai zijn als je richting de oppervlakte fotografeert. Dan kun je ook een zonnetje mee schieten. Daarbij is het dan vooral praktisch als je de camera verticaal gebruikt. In dat geval is de beeldhoek naar boven en naar onderen veel groter dan wanneer je de camera horizontaal hanteert.
Als er tegen het zonlicht in gefotografeerd wordt, zul je wel te maken krijgen met een extreem hoge contrastomvang. Je gebruikt dan de laagste ISO-waarde, een klein diafragma en een snelle sluitertijd om te zorgen dat het zonlicht niet gaat overstralen. Vervolgens moet met flitslicht geprobeerd worden het onderwerp voldoende te verlichten (invullen). Meestal is een volle flits dan net voldoende. Je kunt hierbij ook proberen snoots te gebruiken om het onderwerp heel gericht te verlichten. Dit werkt alleen als er weinig zweefvuil in het water aanwezig is, anders zal dat erg zichtbaar zijn.
Welke techniek je ook gebruikt en welk onderwerp je ook fotografeert, bij groothoekopnamen is sfeer een van de belangrijkste kenmerken voor het beeld.