Greenpeace maakt allereerste onderwaterfoto’s van Amazonerif
Greenpeace Brazilië heeft voor het eerst beelden onder water kunnen maken van het Amazonerif, een 9500 km2 rifsysteem van koralen, sponzen en rhodolieten. Het rif ligt op de plek waar de Amazone-rivier uitmondt in de Atlantische Oceaan. In plaats van dit gebied goed te beschermen, heeft de Braziliaanse regering het enige tijd geleden al geopend voor olie-exploratie.
Een team van wetenschappers, onder wie een aantal oceanografen die vorig jaar de ontdekking van het rif aankondigden, heeft zich aangesloten bij de expeditie van het Greenpeace-schip de Esperanza. Het schip gaat deze nieuwe onderwaterwereld, die loopt van Frans Guyana naar de Braziliaanse deelstaat Maranhão documenteren, onder andere met behulp van een rode onderzeeër. Het gebied is groter dan de steden São Paulo of Londen[1].
Nieuwe soorten
“Dit rifsysteem is belangrijk om vele redenen, onder andere doordat het unieke eigenschappen heeft op het gebied van gebruik en beschikbaarheid van zonlicht en andere chemische processen om te groeien. Het heeft een enorm potentieel voor nieuwe soorten, en het is ook belangrijk voor het economisch welzijn van de visserijgemeenschappen langs de kustzone van de Amazone”, zegt Nils Asp, onderzoeker aan de Federal University van Pará.
Hoewel wetenschappers nog maar net zijn begonnen met het onderzoek naar het rif, zijn de oliemaatschappijen Total en BP al van plan om het gebied te verkennen voor mogelijke olieboringen. Er wordt geschat dat de oliereserves ongeveer 15 tot 20 miljard vaten bevatten. Als al deze Amazone-olie opgeboord en verstookt wordt, komt er minimaal 6,5 miljard ton CO2 in de atmosfeer. Dat staat gelijk aan de CO2-uitstoot van alle auto’s ter wereld, drie jaar lang.
“Eén van de toekomstige boorputten van Total ligt op slechts acht kilometer van het rif en het proces om de milieuvergunningen rond te krijgen is al in volle gang”, zegt Frederieke Vlek, campagneleider bij Greenpeace Nederland.
Olieramp
Boren in dit gebied betekent een constant risico op een olieramp. Het Cape Orange National Park, in de noordelijkste punt van de Braziliaanse staat van Amapá, beschermt ’s werelds grootste aaneengesloten mangrovebos. In het geval van een olieramp is geen technologie in staat een dergelijke omgeving op te ruimen. Bovendien zijn de risico’s in dit gebied verhoogd door de sterke stromingen en sediment dat de Amazone-rivier meevoert. Tot nu toe zijn 95 putten geboord in het gebied, waarvan er 27 zijn stopgezet door mechanische ongelukken. De overige boorpogingen zijn stopgezet door het ontbreken van economisch en technisch rendabele olie en gas. BP veroorzaakte eerder al een enorme ramp: in de Golf van Mexico lekte het boorplatform Deepwater Horizon 780 miljoen liter olie. Dat doodde duizenden dieren en verwoestte het ecosysteem.
De monding van de Amazonerivier is het leefgebied van de Amerikaanse zeekoe, de gele schildpad, dolfijnen en de rivier otter – een bedreigde diersoort volgens de International Union for Conservation of Nature (IUCN). Het is ook het leefgebied van de lokale vissersgemeenschappen en meer dan 80 Quilombola-gemeenschappen die economisch afhankelijk zijn van dit gebied.
Na het klimaatakkoord van Parijs moeten alle regeringen verantwoordelijkheid nemen om schadelijke klimaatverandering tegen te gaan. “Door de olie in de grond te houden, zou er een belangrijke bijdrage worden geleverd aan dit klimaatakkoord. Verder beschermen we dan niet alleen het zeeleven in en rond het rif tegen een mogelijke olieramp, het draagt ook bij aan het tegenhouden en afremmen van verdere verbleking van koralen wereldwijd als gevolg van klimaatverandering”, aldus Frederieke Vlek. Greenpeace roept mensen in heel Europa, ook in Nederland, op om de oliebedrijven samen op hun verantwoordelijkheid te wijzen en hun boorplannen in het gebied te staken.
Bron: Greenpeace