Feestelijke opening hotspot met grijs randje

Het had een feestelijke dag moeten worden zaterdag toen de 5* hotspot Kattendijke werd geopend. Maar de situatie onder water is niet zo rooskleurig – duikers maakten bezwaar tegen de stort van slib en slakken.

Boos maar vooral verdrietig toonde Natasja Vandeperre een onderwaterfoto van de duikplaats Kattendijke aan een zaal vol officials, bij de opening van de vijfsterren hotspot op zaterdag 21 februari. Geen foto van een veelkleurig onderwaterlandschap, maar van een grijze brij vol zwarte klodders: baggerspecie uit de haven van Wemeldinge die uitgerekend voor Kattendijke in de Oosterschelde wordt gedumpt. Duikers zijn blij met de nieuwe voorzieningen binnendijks maar raken inmiddels verbijsterd over de toekomstplannen met de duikplaats onder water, waar het in eerste instantie toch om gaat.
Kort tevoren hadden gedeputeerden, wethouders en bonsdsbestuurders nog vol trots verteld over de ontwikkeling van de hotspot aan de dijk Kattendijke – Wemeldinge, waar vier duikplaatsen liggen. Onder aan de dijk is een plek gemaakt met toiletten, douches, een spoelbak, zonneterrassen en een barbecue. Zonnepanelen voorzien het gebouwtje van stroom. Gecombineerd met de mogelijkheid om bij Kleine Stelle een hapje te eten (of te overnachten) wordt het voor duikers uit binnen- en buitenland veel aantrekkelijker om naar deze plek te komen. De voorziening is het resultaat van jarenlange samenwerking tussen de NOB, NELOS, Provincie Zeeland (NL), Provincie West-Vlaanderen (B) en de gemeenten Goes en Kapelle.
Het project wordt deels gefinancierd met Europees geld dat is bedoeld voor de grensregio Vlaanderen – Nederland. Aan de andere kant van de grens, in het Vlaamse Zwevegem, wordt nog hard gewerkt aan de verbouwing van een olie-opslagtank tot een indoor duiktoren van vijftien meter diep. Deze opent naar verwachting in oktober de deuren.

‘Kwaliteit voorop’
Het combi-project is volgens de verzamelde bestuurders goed voor het duiken in Zeeland. NELOS bestuurslid Ronny Margodt vat het zo samen: ‘Vroeger waren duikers echte “die-hards” die het niet erg vonden om in hun blote kont aan de dijk te staan. En die zijn er nog steeds, zij blijven wel komen. Daarnaast is er een grote groep duikers die, vooral op reis, gewend is geraakt aan betere voorzieningen. Voor die groep is Kattendijke nu ook een aantrekkelijke duikplaats geworden.’ Bovendien maakt de combinatie met de tank in Zwevegem de overstap van zwembad naar buitenwater gemakkelijker, vindt Margodt. Ook Carla Schönknecht (gedeputeerde Provincie Zeeland) vindt de voorziening belangrijk voor het duiken in Zeeland en de ondernemers.
‘Overal in Zeeland sta je in de buurt van water. We zijn land in zee. Duiken past daar bij en we willen de duikplaatsen daarom goed toegankelijk maken voor de duiksport.’ En volgens wethouder Jon Herselman (gemeente Kapelle) deden Kapelle en Goes allebei een duit in het zakje ‘omdat het Nationaal Park Oosterschelde de gemeenten met elkaar verbindt en de kwaliteit voor de duikers voorop staat. De Stelhoeve wil graag uitbreiden en de gemeenten vinden het belangrijk om dat te stimuleren met een kwalitatief goede duiklocatie.’

Juist die laatste uitspraak staat in schril contrast met de stort van baggerspecie op de duikplaats. Duikers Natasja Vandeperre en Kurt Boeckx zagen bij de Tetjes niet alleen heel veel bagger maar op 39 meter diepte ook betonblokken waar stukken betonijzer uitstaken. ‘Het zicht is compleet weg en als iemand hier een oefening doet en terugzakt levert dat levensgevaarlijke situaties op,’ zegt Kurt.  Natasja: ‘We vonden dat we iets moesten doen. We willen bereiken dat het gevaarlijke betonijzer wordt weggehaald en dat het slib op zijn minst tweehonderd meter verder van de kant wordt gestort — aan de andere kant van het stortvak. We roepen op tot een positieve dialoog tussen de federaties en andere partijen zoals de sportvissers en kreeftenvissers. We hebben hier allemaal hetzelfde belang!’ De Facebookpagina die Natasja en Kurt zijn begonnen staat intussen op meer dan duizend likes.

Beroep
Vicevoorzitter Hennie Elshof van de Nederlandse Onderwaterport Bond vertelt dat de NOB inmiddels Rijkswaterstaat heeft gevraagd te onderzoeken of er buiten het stortvak is gestort en of er aan de noordkant van het vak gestort kan worden. Betonpuin hoort hier volgens Elshof in ieder geval niet te liggen. Elshof laat ook weten dat de NOB in beroep gaat tegen het voornemen van de provincie Zeeland om een vergunning te verlenen voor de stort van staalslakken. De NOB zoekt daarbij de samenwerking met alle andere organisaties die belang hebben bij een gezond milieu onder water.

Tekst en foto’s: Rob Aarsen