Avonturen op de Noord-Molukken
Je zal maar de uitnodiging krijgen om te komen duiken in een ongerept gebied waar duikers vreemden zijn en de biodiversiteit ongekend groot is. Zo’n uitnodiging sloegen Jeanette en Willem niet af. Reis mee naar Rao.
De reis begon met een oproep op Facebook van een oude bekende. In het kort:
Duikerpoiniers gezocht om het duiken te onderzoeken rond het eiland Rao, een klein eilandje ten westen van Morotai, Noord Molukken, Indonesië. Eenvoudige accommodatie bij het strand, eenvoudige maaltijden, geen internet, beperkte stroomvoorziening en veel onbekend duikgebied.
Dat klinkt zo aanlokkelijk dat we in een paar dagen besloten om onze geplande, maar nog niet geboekte reis naar Noorwegen om te gooien en ons in het avontuur naar het eiland Rao te storten. Zelf hebben we de vlucht naar Manado geboekt en de rest zou door Rob Sinke (eigenaar van Divers Lodge Lembeh en Weeda Resort) geregeld worden. Hij is met zijn vrouw Linda ook de eigenaar van 1 km strand op Pulau Rao – het doel van onze reis.
Niets…
Na een kort verblijf op Lembeh vliegen we in een uurtje naar Kao, daarna 2 uur met de auto naar Tobelo en vervolgens 2 1/2 uur met de boot naar Rao. In de haven van Tobelo worden we opgewacht door Rob. De boot wordt volgestouwd met proviand, onze koffers en dan varen we uit. We varen langs de kust van Noord Halmahera, met een prachtig landschap, een flink rokende vulkaan op het vaste land en een stuk open zee met hier en daar een tropisch eilandje. Als we Pulau Rao in zicht krijgen speuren we de omgeving af of we iets van huisjes op het strand kunnen ontwaren: niets. We varen een baai in naar een prachtig verlaten strand en worden aan land gebracht, waar we door Linda en hun zoon Adrian welkom worden geheten.
Ons verblijf blijkt iets landinwaarts gebouwd te zijn, zodat het beschermd is tegen de wind vanaf zee. Het is een heel groot huis, gebouwd in Indonesische stijl, dat in tweeën gedeeld is. De ene helft blijkt ons onderkomen te zijn (we zijn de enige gasten) en aan de andere kant slapen Rob, Linda en Adrian. De privacy is dus ietwat beperkt, maar de kamer is groot, er staat een goed bed en er hangt een klamboe. Wat wil een mens nog meer. Er is een badkamer zonder stromend water, dus ook geen warm water, maar met de bekende Indonesische mandi (een ton gevuld met water en een schepbakje). Hiermee redden wij het wel de komende weken. Stromend water staat op de planning maar is nog niet gerealiseerd. Het zit ook allemaal nog in de opbouwfase natuurlijk. Elektriciteit is zelfs beter geregeld dan we hadden verwacht, overdag is er gewoon stroom en ’s nachts gaat de generator uit. Dus absolute stilte in het huisje, totdat het op een dag geregend heeft en we de hele nacht het gekwaak van kikkers horen, even wennen en dan slaap je weer heerlijk.
800 meter heilige grond
Eindelijk horen we het verhaal hoe ze hier terecht zijn gekomen. Linda is op dit eiland geboren, maar woont daar niet meer en kreeg de mogelijkheid om hier 800 meter strand te kopen. Dat deed ze dus, zonder aarzelen. Na een paar snorkelsessies komen Rob en Linda tot de conclusie dat het gebied rond Rao mogelijk best interessant is voor duikers.
Het strand is prachtig, heerlijk rustig, maar is ook bijzonder. Het is heilige grond. De legende is dat op het strand bij een enorme steen onzichtbare kleine mensen wonen, de Moro. De bewoners van het eiland zijn hier een beetje bang voor. Er zijn in het verleden in de buurt van de steen schepen te zijn gezonken. De bewoners geloven dat dit door de kleine mensjes komt. De steen mag niet verstoord worden, anders worden ze boos. Je kunt aan de steen merken dat je welkom bent of niet. Als je in de buurt komt en je ruikt koffie dan ben je welkom anders niet. Bij al onze wandelingen langs de steen ruiken we de geur van koffie en we vatten dat maar op als een goed teken. Door angst voor de Moro willen de eilanders niet bij het strand wonen en wordt het gebied rond het strand alleen gebruikt voor kokosplantages. Deze leveren echter niet heel veel meer op en daarom worden er delen verkocht, maar niet aan iedereen want het heilige gebied dient behouden te blijven. Bij een oud dorpsgenoot hebben ze hier alle vertrouwen in.
Ongerept en divers
We maken tijdens ons verblijf flink wat duiken en zien over het algemeen volledig gave riffen, de biodiversiteit is enorm. Zowel in vissen als koralen. Als je goed naar het rif kijkt zie je verschillende soorten koralen vechten om iedere vierkante centimeter. We komen af en toe haaien tegen, 2x een school bumperheads, een school van meer dan 100 pijlinktvisjes, scholen fuseliers, snappers en allerlei soorten rifvissen.Tekenen van dynamiet vissen zijn er alleen op bepaalde plekken rond het tegenover liggende eiland Morotai. Rond het eiland Rao is dit niet gebeurd en er is ook niet met netten gevist. Kortom: puntgave riffen waarbij de enige beschadigingen die je af en toe ziet het gevolg is van stormschade. Het duikseizoen is hier beperkt ongeveer van mei t/m september omdat buiten deze tijd er een heel harde wind vanaf de oceaankant waait. Dit zorgt voor hoge golven op de kust en dan schijnt het weer een walhalla voor surfers te zijn.
We duiken in het noorden van het eiland. We rollen vanaf de comfortabele boot het water in, we maken een niet al te diepe duik naar 18 meter. Het rif loopt hier maar heel langzaam af. We moeten een heel eind uitzwemmen over de mooi begroeide helling. We zien de eerste duik gelijk een zwartpuntrifhaai en mooie gave koraaltuinen, er staat een lichte stroming over het rif.
Aan de noordoost punt van het eiland zien we een heel ander landschap, het is een rotskust, die onderwater doorloopt, waardoor je leuke sluipdoor route kunt maken. Een door de golven gesleten rots lijkt net een brug en we zien een aantal kleine grotten. Zeker een gebied om nader te gaan ontdekken.
Op het eiland Morotai ten oosten van Rao is vorig jaar een pier gebouwd voor grote containerschepen. Hij is niet in gebruik, we twijfelen om hier te duiken, het zicht ziet er niet best uit. Toch gaan we het maar doen, we zijn aan het exploren, dus een duik kan ook tegenvallen, dat weten we van te voren. Binnen 5 minuten weet ik het al, dit wordt een superduik. Het stikt van de vis onder de steiger, vleermuisvissen, barbelen en snappers. We vinden minstens 10 verschillende slaksoorten, krokodilvissen, 2 hengelaarsvisjes en verschillende garnalensoorten, eigenlijk teveel om op te noemen. Na 90 minuten komen we met tegenzin weer boven. Hier gaan we zeker weer naartoe en de volgende duik daar is meer van hetzelfde, weer andere slakken, zo mogelijk nog meer vis, maar ook veel meer stroming en we moeten moeite doen om bij de pier te blijven. Een ding is zeker zolang hier geen containerschepen komen te liggen, dan kan het alleen maar beter worden.
Het oosten van Rao is weer anders, hier zit een duikstek die voor een groot deel is afgeschermd door rotsen, een soort zwembad in zee. Hier schuilen heel veel vissen tegen invloeden vanaf de oceaan. Er staan hier gigantische grote harde koraalblokken, enorme waaierkoralen en af en toe een paar mooie bossen zachtkoraal. Vlak buiten het zwembad zit een geweldige koraaltuin met puntgave hertshoornkoralen, gorgonen, sponzen e.d.
Gorgonen en haaien
Aan de zuidkant, tussen de eilanden Semia Mau en Rao, ligt een kanaal, volgens de zeekaart maar 12 meter diep, dus misschien niet zo aantrekkelijk. We worden op de hoek gedropt en er staat een lichte stroming door het kanaal. Meteen zien we al dat het weer een heel ander onderwater landschap is. Hier staan heel veel onbeschadigde gorgonen en andere zachtkoralen in grote getalen en ook nog eens relatief ondiep. Het kanaal blijkt wel veel dieper te zijn dan de zeekaart aangeeft zo’n 20-25 meter. Als we richting het midden van het kanaal driften wordt de stroming steeds wat sterker en op een gegeven moment worden we omringd door een grote school rainbow runners. Ze zijn nieuwsgierig en zwemmen een paar rondjes om ons heen en verdwijnen weer. De omgeving is fantastisch. De tweede duik die we er doen staat er nog wat meer stroming en zien we een zwartpuntrifhaai en een adelaarsrog voorbijschieten.
In het westen zit een steile rotswand die doorloopt tot een meter of 15 en daarna overgaat in een slope. Op de slope komen we een nieuwsgierige zwartpuntrifhaai tegen die ons tot op ca. 1 meter benadert. Dit zijn we niet van ze gewend. Als hij merkt dat we hem hebben gezien, zwemt hij rustig weer weg. Ondiep tot ca. 5 meter zitten overhangs en staan rotsen her en der verspreid zodat er tussen de rotsen door gedoken kan worden.
Wat opvalt is dat de visstand rond het eiland erg goed. De plaatselijke bevolking vangt alleen wat nodig is voor eigen consumptie en jaagt stropers van andere eilanden weg. Dit doen ze alleen tegen ongewenste personen en voor toeristen zijn ze uitermate vriendelijk.
Gedurende ons verblijf kopen Rob en Linda nog een stuk kokosplantage met strand en ze hebben het plan om hier een huisje te bouwen voor 2×2 personen zodat vriendenstellen, families of gewoon met zijn tweeën hier kunnen verblijven. Vooralsnog zou het daarbij blijven, dus het blijft een exclusieve bestemming.
Na 3 fantastiche weken zit de vakantie er alweer op. Met tegenzin pakken we onze koffers en beginnen aan te terugreis. Wij zijn heel dankbaar dat we deze reis mochten/konden maken. Het was een bijzondere trip, met vele mooie duiken op een schitterend eiland met mooie mensen.
Jeanette en Willem maakten deze reis in 2014.
Klik op één van onderstaande foto’s om deze groot weer te geven en de diavoorstelling te starten.
2 reacties
johan
Mooi verslag, mooie foto’s beeldend geschreven
Arthur.keiluhu
Mooi verhaal, en ook het stukje achtergrond.. Mijn vader is hier geboren in 1942… ik begrijp dat er een soort “hotel” is..
Groetjes Arthur