Inloggen

Wachtwoord vergeten?

Nieuws

28 nieuwe vlokreeftsoorten ontdekt in Zuidpoolgebied

Het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen meldt dat de biologen Cédric d’Udekem d’Acoz en Marie Verheye in het Zuidpoolgebied maar liefst 28 nieuwe soorten amfipoden of vlokreeftjes ontdekt hebben. Waaronder enkele met opmerkelijke vormen.

Vlokreeften zijn kleine kreeftachtigen die in oceanen en meren leven. De nieuw ontdekte soorten leven stuk voor stuk in de Antarctische Oceaan, en variëren tussen twee en acht centimeter. 27 zijn van het genus Epimeria, 1 van het genusAlexandrella. Ze zijn erg divers en spectaculair: sommige hebben grote stekels op hun lijf, waardoor ze wat op draken lijken, en sommige hebben opvallende kleuren.

Het is heel uitzonderlijk dat binnen een groep die al erg goed gekend leek, nog zoveel nieuwe soorten worden beschreven. ‘Het geeft aan dat we nog veel te leren hebben over Antarctica en de daar aanwezige biodiversiteit’, zegt d’Udekem d’Acoz. ‘Het continent kan op het land dan wel een biologische woestijn zijn, de zee rond het continent bulkt van nog onbekende fauna.’

Onze twee onderzoekers hebben in één klap het aantal bekende Epimeria-soorten in het Zuidpoolgebied verdubbeld. Hun bevindingen verschijnen in de meer dan 500 pagina’s tellende monografie Epimeria of the Southern Ocean with notes on their relatives (Crustacea, Amphipoda, Eusiroidea), gratis beschikbaar via het vaktijdschrift European Journal of Taxonomy.

IJsbreker
D’Udekem d’Acoz en Verheye deden hun veldwerk aan boord van de Duitse ijsbreker Polarstern, die vier keer per jaar uitvaart, twee keer naar de Zuidpool en twee keer naar de Noordpool, en een internationaal team van wetenschappers meeneemt. Het bovenhalen van de soorten gebeurt door middel van netten met telkens een specifieke maaswijdte. De gemiddelde watertemperatuur in de zomer, waarin de nieuwe soorten ontdekt werden, varieert tussen een koude -1,7 graden Celsius en maximaal 2 graden Celsius.

Quasimodo, Cyrano en Assepoester
De namen voor sommige nieuwe soorten ontleende d’Udekem d’Acoz aan de literatuur en aan de mythologie. Zo heeft E. cyrano een lange neus (zoals Cyrano de Bergerac) en heeft E. quasimodo een bochel. E. cinderella is dan weer een kleine soort zonder spectaculaire versiering (‘bescheiden’, zoals Assepoester).

‘Het is het voorrecht van de ontdekker om de namen voor de soorten te verzinnen’, zegt Cédric d’Udekem d’Acoz met enige trots. ‘Zo zijn er zelfs al vier soorten naar mij genoemd: een borstelworm (Harmothoe cedrici), een garnaal (Alpheus cedrici), een amfipode (Prometopa cedrici) en een mosdiertje (Reteporella dudekemi).’

Bron: naturalsciences.be

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Velden met * zijn verplicht *

Nieuwsbrief