Inloggen

Wachtwoord vergeten?

Natuur / Nieuws

Vulpenstekel strandbeerdiertje: nieuw Nederlands zeediertje

Recent is de vondst van een voor de Nederlandse kust nieuw beerdiertje gepubliceerd. Het betreft het Vulpenstekel strandbeerdiertje. Het beestje is niet groter dan ongeveer 0,2 millimeter. Hiermee is het aantal Nederlandse mariene beerdiertjes die op onze stranden zijn aangetroffen op zes gekomen. Deze soort is al op veel plaatsen over de hele wereld aangetroffen.

Net als de andere vijf soorten beerdiertjes is het Vulpenstekel strandbeerdiertje (Batillipes pennaki) een minuscuul zeebeestje van ongeveer 0,2 millimeter lengte. Daardoor is de kans klein dat je tijdens het zwemmen of wandelen langs de Nederlandse stranden er een zult zien. Toch komen beerdiertjes in grote aantallen in onder andere de bovenste lagen van het natte strand voor. Het zijn daarom ook specialistische natuuronderzoekers die naar deze beestjes op zoek gaan.

Frans Roza is zo’n specialist. Precies een jaar geleden en naar aanleiding van een van zijn publicaties konden wij de vondst van een nieuwe Nederlandse soort marien beerdiertje melden. Nu is het weer zo ver. In het najaar van 2015 heeft Frans Roza op twee strandjes van de Oosterschelde meerdere exemplaren van het Vulpenstekel strandbeerdiertje gevonden. Hij heeft deze waarneming gepubliceerd in Het Zeepaard 75 (6), een uitgave van de Strandwerkgemeenschap (SWG). Omdat het diertje zo klein is heb je een microscoop nodig om het te kunnen determineren maar dan is het niet zo moeilijk meer. Het heeft bij de staart een karakteristieke stekel die enige gelijkenis vertoont met de punt van een vulpen. De vondst van deze nieuwe Nederlandse soort is hiermee en met nog een aantal karakteristieke anatomische kenmerken bevestigd. Maar om dit bericht niet onnodig ingewikkeld te maken zullen we hier maar niet ingaan op die andere kenmerken.

Detailopname van de kop van het beerdiertje. Hier is aan de onderzijde de stiletto-achtige buis te zien waarmee ze algencellen aanprikken om zich te voeden (Bron: Frans W. Roza)

Detailopname van de kop van het beerdiertje. Hier is aan de onderzijde de stiletto-achtige buis te zien waarmee ze algencellen aanprikken om zich te voeden (Bron: Frans W. Roza)

 

De eerste wetenschappelijke beschrijving van de soort werd in 1946 gepubliceerd. Het betrof enkele dieren die een paar jaar daarvoor al op de Amerikaanse kust verzameld waren. Daarna is het ook op de Zuid-Amerikaanse kust, op Braziliaanse stranden, aangetroffen. Maar het is een echte cosmopoliet gebleken. Er zijn ook waarnemingen bekend van Italië, voormalig Joegoslavië, Spanje, Frankrijk, Cyprus, Libanon, Marokko, Tunesië, Algerije, Bermuda Eilanden, Golf van Bengalen, Korea, Guadeloupe en Thailand. En nog recenter is de Belgische kust aan deze lijst toegevoegd.

Beerdiertjes hebben uiterst opmerkelijke biologische eigenschappen. Deze dieren voeden zich met een buis die aan de onderzijde van de kop zit. Hiermee prikken ze in algencellen en zuigen ze de celinhoud op.

Nog niet zo lang geleden hebben Japanse wetenschappers beerdiertjes en hun eitjes, die op Antarctica zijn verzameld en 30 jaar in poolijs in een diepvries bij -20 graden Celsius bewaard zijn gebleven, ontdooid. De volwassen dieren kwamen meteen weer tot leven en hebben nog enkele weken geleefd. De eitjes zijn gewoon uitgekomen en die dieren hebben ook nog ruim drie weken geleefd. Dat kun je met mensen niet doen! Voor meer informatie over de opmerkelijke biologie van de beerdiertjes verwijzen we naar het bericht van 14 januari 2015.

Foto’s: Frans W. Roza
Dit artikel is met toestemming van de auteurs overgenomen van Natuurbericht.nl.

2 reacties

  1. Beerdiertjes? Echt nog nooit van gehoord! Weer wat geleerd.

    REAGEREN
  2. Bij een beerdiertje in de titel stelde ik me een heel schattig beestje voor. Is het maar 0,2 mm! Jammer….

    REAGEREN

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Velden met * zijn verplicht *

Nieuwsbrief