Inloggen

Wachtwoord vergeten?

Duikreporter

Meya Meya Dahab

Het is half juni. Ik open mijn mailbox en zie een notification van Facebook.


Datum  augustus 2010

Locatie  Dahab ; Egypte

duikreport-call-to-action-350x85

Het is een aanbieding voor 8 dagen duiken in Dahab. Ik krijg visioenen van tropische vissen en mooie koraalbanken. We hebben al een vakantie geboekt, maar een duikvakantie met zijn tweeën zit er in die periode niet in. Dan moet mijn partner werken. In goed overleg besluit ik me toch aan te melden. Dat worden voor mij dan twee vakanties vlak na elkaar.

Dus sta ik met een aantal kennissen , die ik ken via hyves en facebook , op 7 augustus op Schiphol. We hebben ’s avonds tevoren stoelen gereserveerd in het vliegtuig,zodat we bij elkaar kunnen zitten.

Op Sharm el Sheikh moeten we een aantal formulieren invullen en wordt ons paspoort volgestempeld. In Afrika zijn ze gek op stempelen. Dat heb ik ook in Zuid-Afrika en Swaziland wel gezien. Dan met twee busjes een uurtje rijden naar Dahab. Wij zitten in de volgwagen. Blijkbaar vindt de chauffeur het niet nodig om licht aan te hebben, ook al is het allang donker. De eerste auto voert wel licht.

Bij het hotel wacht Bob van de duikschool ons op met een drankje. Daarna nog een drankje van het hotel. Wel willen graag nog wat eten. Over 10 minuten is het klaar zegt de ober, maar Egyptische minuten zijn wel (veel) langer dan de Nederlandse. Daar zullen we in de loop van de week nog wel vaker tegenaan lopen. Het is om 24.00 uur nog steeds 33 graden . Gelukkig is er airco op de kamer.

De volgende dag, na het ontbijt naar de duikschool. De meesten moeten eerst een introduik doen. Zelf hoef ik niet mee te doen op basis van mijn recente duikervaringen. Terwijl de anderen hun skills demonstreren, kijk ik om me heen en maak vast wat foto’s van al het leven om me heen.
Na 20 minuten heeft iedereen zijn skills geoefend en beginnen we aan de echte duik. Ik waan me in een aquarium. Frederique wijst een zeepaardje aan. Die zou ik zelf over het hoofd hebben gezien tussen het koraal. Daarna een schorpioenvis. Ook deze kan zich uitstekend camoufleren. Koraalduivels, lipvissen, snappers,fuseliers, doktersvissen en kogelvissen passeren de revue.
Dan wijst Frederique enthousiast naar boven. Ik zie een wezentje dat sierlijk als een danseres door het water gaat. Ademloos kijken we wel 3 minuten naar dit fantastische schouwspel.

Het is maar goed , dat we tijdens de debriefing , uitgebreid datgene wat we gezien hebben, opzoeken in vissenboeken. Dan blijft het beter hangen. Ook noteren we veel gegevens in onze logboeken. Geduldig blijft Frederique onze vragen beantwoorden. Het rode danseresje blijkt ook door het leven te gaan met de naam “Spanish dancer”. We hebben gedoken in Bannerfishbay. Het moge duidelijk zijn waarom deze baai zo heet. Paarsgewijs zien we veel van deze vissen.

Later op de dag maken we een duik bij The Islands. Bij de briefing wordt duidelijk dat het om 2 koraaleilandjes gaat, die bij laag water net droogvallen. Als wij te water gaan is het 50 cm diep. We lopen over de kalkbodem tot een gat zichtbaar wordt. Het is de ingang van een tunnel naar open water. We zakken 4 meter en zwemmen dan achter elkaar naar de uitgang. Links van ons de koraalwand en rechts de open zee. We zien een school kleine barracuda’s “in the blue”. Wouter en ik hebben de meeste duikervaring en zijn buddy’s. Meestal zwemmen wij achteraan. Beiden hebben we onze eigen duikspullen mee inclusief duikcomputer. Het valt op dat het de meesten nog wel moeite kost om goed uitgetrimd te blijven. Ze zijn dan ook moe aan het eind van de duik.

Terwijl de anderen nog bezig zijn om de juiste trim te vinden, heb ik alle tijd om onderwaterfoto’s te maken. In dit heldere water is de belichting geen probleem. Ze lukken dan ook bijna allemaal. Ik zie een grijze murene , half verscholen in het koraal. Langzaam zwem ik naar deze vis toe met de camera op het dier gericht. Pas als deze waarschuwend zijn bek opent ,druk ik af om tegelijkertijd in te ademen, zodat ik afrem en omhoog ga. Zonder problemen kom ik buiten het bereik van de murene. Ook een octopus komt in beeld. Vaak zitten deze verscholen in een holte, maar deze zwemt vrij. Hij verandert iedere keer van vorm. Je kunt de sifon goed zien. Dan vindt hij het welletjes en schiet weg.

Wat later komt er een school grote Unicornfish aangezwommen. Ze zijn wel een meter lang. Een grote stekel op hun voorhoofd geeft hen het uiterlijk van een eenhoorn of Unicorn. Vandaar de naam. Plots vallen de twee grootste elkaar aan om dan weer weg te schieten. Dit ritueel herhaalt zich diverse malen. Dan grijpen ze elkaar letterlijk bij de bek en tollen als twee dolle stieren in het rond. Stof wervelt op. Pas na vele seconden laten ze elkaar weer los. De ene druipt af ,terwijl de overwinnaar trots rondjes zwemt in de arena. Dat moeten vast mannetjes zijn geweest, die elkaar het leiderschap betwisten. Volgens mij hebben mijn mededuikers hier niks van gezien, want ze zwemmen al een eindje verderop.

Vlak voor het einde van de duik vinden we op de bodem ook nog een Crocodilefish. Het is wel duidelijk,waarom deze vis zo heet. De gelijkenis met een kleine krokodil is treffend.

Dinsdag staan de Canyon en The Blue Hole op het programma. Met name de laatste is erg bekend in de duikwereld. We zien daar ook freedivers afdalen en ergens op 50 m diepte een tec-diver met 4 flessen en een ponybottle. Wat doet hij daar in zijn eentje? Maakt hij een decostop of hoort hij bij de freedivers als back up? Ik weet het niet.
Twee freedivers zwemmen even met ons op. We zitten op 25 m diepte. Zonder perslucht bewegen zij zich gracieus voort. Met hun mono-vinnen lijken ze wel wat op een zeemeermin. Dan moeten ze toch weer naar boven om te ademen.
Frederique houdt zich altijd netjes aan de veiligheidsstop van 3 minuten op 5 meter voor we weer naar de oppervlakte gaan. Pas als Wouter en ik aangeven, dat ook op onze computer de stop voorbij is, gaan we naar boven.

Op de dagen, dat we duiksites in de buurt bezoeken , brengen we de tijd tussen de duiken door bij een restaurant genaamd “Yalla”. Of op zijn Duits “ ins Yalla”. Dat lijkt dan weer erg op “Inshallah” wat “als God het wil” betekent. Er rust dus geen vloek op onze duiken.

’s Avonds is er nog een nachtduik voor wie dat wil. Zelf heb ik in Nederland tientallen nachtduiken gemaakt, maar ook hier wil ik graag mee. Ik weet dat je dan toch andere dieren ziet dan overdag. Ook is de sfeer heel anders. Overdag had ik al een paar grijze murenes gezien, maar nu vijf murenes, waaronder de reuzenmurene. Omdat we duiken in Bannerfishbay,waar vrij weinig schuilplaats is, kan deze vis zich niet echt verschuilen. Hij ligt tussen een aantal kleine objecten, die daar door mensen zijn neergelegd. Maar desondanks is hij in zijn volle omvang van meer dan 2 meter te zien. Maar niet te dichtbij komen. Ik weet van mededuikers, dat deze ook wel aanvallen doet naar mensen.

Woensdag met de auto naar Gabr el Bint. Dat ligt een eindje verderop, richting Sharm el Sheikh . Bob heeft een boot afgehuurd. Daar kunnen we 3 duiken maken, waaronder een driftduik.
’s Ochtends vroeg is Bob al met zijn mensen bezig geweest om 40 flessen met toebehoren aan boord te brengen. Wij hoeven alleen nog maar aan boord te stappen. Lekker aan dek relaxen en tussen door eten en drinken. En duiken natuurlijk. Het te water gaan is hier een makkie, net als het omhangen van de uitrusting. Ik maak een aantal actiefoto’s, waaronder een paar foto’s van het te water gaan.

In de ondiepe lagune ,die door een koraalmuur van de open zee is afgescheiden, oefent Bob met enkele duikers, die bezig zijn met hun open water brevet. De meiden uit onze groep,die inmiddels hun “advanced open water “ hebben behaald , mogen net als wij over het rif naar open zee. We dalen af naar 20 meter. Ik zie op mijn computer, dat dit al de achtste herhalingsduik is. Blijkbaar is het interval tussen de duiken niet lang genoeg om alle stikstof weg te wassen. Ik denk dat ik de derde duik van vandaag maar niet mee ga. Ik zie ook dat ik de nultijd al op 10 minuten heb genaderd,terwijl ik maar op 18 meter zit.
Het is wel genieten. Aan de ene kant het schitterende koraal, waarin inktvissen verscholen zitten en teveel vis om op te noemen. Aan de andere kant de blauwe open zee. Grote scholen tonijnen zwemmen links van ons voorbij. Rechts knabbelen papegaaivissen aan het koraal. In de ondiepe lagune zwemmen een paar koffervisjes. Barbelen (goatfish) hebben twee voelsprieten,waarmee zij door het zand ploegen. Koffervisjes hebben dat niet. Zij blazen het zand weg in de hoop iets van hun gading te vinden.

Tina en Yill hebben problemen met klaren en duiken ook niet. Terwijl de duikers voor de derde duik onderwater zijn, genieten wij aan dek van de omgeving . Tina wil nog even snorkelen. Dat kan echter niet erg lang, want de boot moet de duikers een eindje verderop weer aan boord halen. Het is tenslotte een drift duik. De bemanning maakt het touw los van het ankertouw dat in het water blijft drijven voor de boten na ons. Zo hoeft niet elke boot haar anker neer te laten en het rif te beschadigen.

De avond brengen we gezellig door in de Rushbar. Je kunt daar goed eten en er is lifemuziek. Alcohol mag er niet geschonken worden, maar je mag zelf wijn en bier meebrengen. Sommigen onder ons komen pas tegen drieën weer thuis.
Wouter en ik maken het minder laat, want we willen op de voorlaatste dag nog een duik maken in Eelgarden. Het is een witte zandbodem, waaruit buisalen of gardeneels oprijzen. Deze palingen leven in een verticale buis in het zand, waarin ze zich terugtrekken als je te dichtbij komt. Laat je ze met rust, dan komen ze omhoog, maar zullen nooit de buis helemaal verlate. Een bizar gezicht; een veld met kronkelende buisalen. Net slangen bij een slangenbezweerder, maar dan een heleboel naast elkaar.

Op de laatste avond heeft Bob een avondje geregeld in een bedoeïenenkamp. We gaan er heen met jeeps. Onderweg wordt er nog bier en wijn ingeslagen. Een gat in de grond bedekt met lappen en gevuld met ijsblokjes dient als koelkast voor de drankjes. Op het kampvuur wordt water gekookt voor de thee en later op de avond krijgen we geroosterde kip en andere heerlijkheden. De stilte en de sterrenhemel zet aan tot filosofische gesprekken. Later op de avond als de drank zijn werk doet laat Toni met zijn mondharmonica zien,dat hij een carrière als muzikant en zanger is misgelopen. Ook de bedoeïenen kunnen dan niet achter blijven en brengen Arabische liederen ten gehore ondersteund door oliedrums als muziekinstrument.


De laatste dag is een rustdag. Even wat inkopen doen voor het thuisfront en verder wat slenteren door het centrum. Het centrum van Dahab is niet groot. In een uur heb je het wel gezien, hoewel de dames uit de groep daar anders over denken. Hier in de winkelstraten is het schoon, maar in de buitenwijken lopen de geiten en kamelen (dromedarissen) vrij rond over straat . Vaak trekken ze ook vuilniszakken open. Soms waaien deze de zee in. Je kunt je voorstellen dat zo’n groot stuk plastic uitwaaiert onder water en dan koraal kan verstikken als het daarop achterblijft.

Vanuit de moskee worden we regelmatig opgeroepen tot gebed. De rest van deze laatste dag brengen we bij Yalla door. We mogen niet meer duiken, omdat we ’s avonds gaan vliegen.We horen ,dat vandaag in Gabr el Bint hamerhaaien zijn gespot. Helaas hebben wij die eergisteren niet gezien.

De terugreis loopt voorspoedig en dan is de trip al weer herinnering. “ Meya meya “ ofwel vrij vertaald in gewoon Nederlands fantastisch. Met dat woord is deze vakantie alleen maar te omschrijven.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Velden met * zijn verplicht *

Nieuwsbrief