Hoewel in Nederland het schelpdier schepje nog relatief nieuw is, ontdekte Duikreporter Berthold Raadsen in Zweden al grote hoeveelheden.
Datum: Juli 2018
Duiklocatie: Albyfjorden, westkust van Zweden
De tank is meer dan leeg. Noorwegen hebben we verlaten. Nu is onze stek de sherenkust in west Zweden. De fles wordt gevuld in Kunghamm. De duikstek wordt Albyfjoren ( met een ootje bovenop de A). Ons team is sinds Noorwegen volledig op elkaar ingespeeld ennnnn….. een winning team moet je niet veranderen. Het weer is prachtig, maar er staat een forse wind; koppen op de golven! Maar Albyfjorden ligt beschut en dat komt goed uit. Dicht bij de waterrand is het zanderig, maar al snel wordt het baggerig. Eigenlijk een structuur zoals Blijkpolderplas of Zeeland buiten de stroming. De eerste “vondst” op nog zandige bodem is een zwarte zeester. Het type komt ook in Nederland voor, maar in de kleur zwart heb ik hem in Nederland nooit gezien!
De structuur van de bodem gaat nu langzamerhand over in een soort sereen, oberoerde, poreuze baggerprut. In die prut een kleine oase van leven. Een platliggende oester, die ook als substraat voor anemoontjes fungeert; op de achtergrond een grondeltje.
Via wat zakpijpen die niet echt sayant op de foto willen en een paar heremietkreeften overgroeid met zeerasp kom ik bij een blanke zeester. Ook van het “Nederlandse” type maar echt vrijwel wit. Dat is wat er hier voor handen is….. zwart en blank in de zeester familie.
Het leven wordt schaarser en de serene onberoerde baggerprut nog poreuzer. In die prut witte velekken. Die witte vlekken blijken schepjes te zijn, roofslakken in optima forma. Normaal zou je zeggen het jeukt hier van de schepje, maar ik houd het op scheppen (vol) schepjes. In Nederland komen zij sinds kort sporadisch voor. De uitleg: door de opwarming komen ze nu meer naar de Oosterschelde. Welnu hier is het water kouder dan de Oosterschelde….. is die conclusie wel juist. Op de volgende foto’s: schepje met priemende ogen en een een opjacht zijnd slurpend schepje.